maandag 29 oktober 2012

Licht zien

De zomer is mijn favoriete seizoen. Niet vanwege het warme zon maar vanwege de schaduw. Zo is het ook met het licht. Licht is op zichzelf niet zo interessant, het zijn de schaduws die het licht interessant maken. Over licht valt niet zo veel meer te zeggen dan dat er veel of weinig van is. We  hebben  de kleurtemperatuur van het licht die het licht karakter geeft maar het zijn de schaduwen die het licht echt boeiend maken. De termen hard licht en zacht licht zeggen dan ook meer over de schaduwen dan over het licht. Je kunt met weinig licht harde schaduwen maken en met veel licht zachte.

Voor ons fotografen is het spelen met licht kijken naar waar licht is en waar schaduw en waar die twee in elkaar vervloeien. Gaat dit geleidelijk of gaat dit abrupt. Het een is niet beter dan het ander. Het ligt er maar aan waar het licht op schijnt. Dit maakt ook dat je nooit uitgekeken raakt.
Vaak als ik op locatie kom dan krijg ik te horen. Het is er wel mooi binnen maar er is maar weinig licht. Als er wel genoeg licht is betekent dit meestal veel tl-bakken aan het plafond. Voor mij is wat meer vormend licht (meestal is dat minder licht) veel interessanter. Omdat ik veel en graag mensen fotografeer heeft dit wel een lastige bijkomstigheid want als we de is gevoeligheid niet meer omhoog kunnen schroeven dan moet het model stil blijven zitten. Dit komt de spontaniteit niet ten goede. In dit soort gevallen kan het werken met studio/flitslicht een uitkomst bieden. Meer hierover in een volgende blog. Deze praktische bezwaren doen niets af aan de kwaliteit van het licht.

Het rare van licht is dat het onzichtbaar is. We zien de reflecties. Daarmee geeft het licht vorm aan de wereld. Als fotograaf kunnen we gebruik maken van de vormende eigenschappen van het licht. We kunnen dingen smaller laten lijken of juist breder. We kunnen gebruik maken van dramatische schaduwen of met licht objecten vlakker maken. Hoe is vooral een kwestie van kijken en experimenteren. Het mooie van licht is dat het er altijd is en dat je geen camera nodig hebt om het te kunnen bestuderen. Als je mooi of just lelijk licht ziet loop eens om net onderwerp heen en kijk wat er gebeurt. Soms zul je zien dat iets wat eerst heel mooi is door een paar stappen te lopen zijn schoonheid verloren heeft maar het kan ook omgekeerd zijn, iets wat oninteressant is, wordt plotseling heel plastisch. Voor mij is deze manier van kijken de basis.


zondag 28 oktober 2012

Diane Arbus

In Foam op de Keizersgracht 609 in Amsterdam is op dit moment een tentoonstelling met veel werk van de Amerikaanse fotografe Diane Arbus. Mensen die haar werk kennen weten dat deze fotografe in de jaren zestig, tot haar zelf gekozen dood begin jaren zeventig, een fenomeen was. Arbus fotografeerde de zelfkant van de maatschappij. Vooral New York was haar werkterrein. Haar werk wordt gedomineerd door dwergen, dragqueens en andere outcasts. Haar foto's verraden haar nauwe betrokkenheid met haar onderwerp.  Voor mij zijn de foto's van Arbus in deze tijd een verademing. Rauw, zonder opsmuk, toont ze de mensen aan de zelfkant van de samenleving. Diane had een speciaal oog voor het uitzonderlijke (detail). Tegelijkertijd zie je compassie en betrokkenheid. Ze observeert, registreert maar oordeelt niet. Diane Arbus lied mensen zien zoals ze zijn. Verre van volmaakt.
http://www.foam.org/

vrijdag 21 september 2012

Een nieuwe camera.

Voor mijn reportagewerk werk ik met Canon en wel met de 5D. De eerste generatie. Deze beviel prima en ik had niet echt behoefte om over te schakelen naar de 5D mark II. Natuurlijk houd ik de ontwikkelingen wel in de gaten. De geluiden over de nieuwe 5D mark III waren veelbelovend. Dus het begon wel een beetje te kriebelen. Nu had ik een paar weken geleden trouwreportage en het scherpstellen via AF op de slaapkamer van de bruid lukte niet meer. Dit moest handmatig. Mopper de mopper. Ook op het stadhuis liedt de AF me paar keer in de steek. De maandag daarop was het Frits Release. De feestelijke lancering van de Eindhovense stadsglossy Frits. Collega Freekje Groenemans vertelde daar enthousiast dat ze de Canon 5D mark III had gekocht. Wat een fantastische camera dat was. Snel snel snel en met ongelofelijk veel nieuwe features. Het zaadje was gepland. Er moest een nieuwe camera komen. Er was de begeerte en er was de aanleiding. Nog een paar dagen wikken en wegen maar de vrijdag daarop de knoop door gehakt. En als het besluit dan genomen is dan moet het ook zo snel mogelijk. Dus even surfen, even bellen, even in de auto en hup naar Uden. Dan natuurlijk ook de nieuwe flitser en een grip. (Want de oude past natuurlijk niet). Flitser wel op voorraad, grip is nog niet leverbaar. Met een lege portemonnee en een volle tas terug naar huis. Thuis gekomen moet eerst de batterij geladen worden. (Ook een ander formaat dan van de oude D5.) Maar een paar uur later kan de camera aan. Eerst maar eens even in het menu kijken. EVEN. Het menu houdt niet op. Dus eerst maar de instellingen die hetzelfde zijn ingesteld. Kleurruimte Adobe 1998. Geen kijktijd. Datum en tijd instellen. enz. Voor de rest van het menu moest de manual gehanteerd worden. Een weekend lezen en spelen. De highlights voor mij. De grote variatie in AF gebieden. (en de snelheid van scherpstellen daarmee). Het flitsen op maar vooral off camera. Het op de camera kunnen instellen en van meerdere flitsers. Inmiddels zijn we bijna twee weken verder. Ja snel, ja nauwkeurig, en een mooie en zeer acceptabele ruis tot 12500 ISO, (tot 3200 ziet het er echt heel goed uit) maar ook een beetje wennen. Een net iets ander (door)drukpunt van de ontspanknop. Dus soms een opname als dat niet de bedoeling was en dan fiets de scherpte weer weg als ik een compositie wil maken. Soms nog net iets te lang zoeken naar het goede menu-item. Vandaag belde ze op dat de grip binnen was. Gelukkig had ik af gesproken dat ze die op zouden sturen, want voor die grip rijd ik echt niet meer op en neer naar Uden.

zaterdag 9 juni 2012

Naar huis

Het komt niet zo veel voor. Drie stoelen op een rij in het vliegtuig voor mezelf. Na de start draai ik me een kwart slag en stop mijn jas achter de nek. De benen schuin over de twee lege stoelen naast me. De verleiding om de ogen dicht te knijpen is groot. Beneden glijdt Cannes onder me door. Bijna in alle tuinen ligt een zwembad. Azuurblauwe stippen in het groen. Al snel vliegen we over de toppen van de alpen, bedekt met eeuwige sneeuw (hoe eeuwig is eeuwige sneeuw?). Langzaam glijdt er een wolkendek tussen het landschap en het vliegtuig. Mijn oogleden worden zwaar. Ik slaap nooit in een vliegtuig, maar als ik mijn ogen weer open doe is mijn lege blikje bier en het plastic glas verdwenen.

dinsdag 24 april 2012

Nieuwe Tijden.

Afgelopen zondag was ik bij de opening van de overzichtstentoonstelling van de Engelse Magnum fotograaf Martin Parr in het gemeentemuseum van Helmond. Parr maakt zeer kleurrijke foto's van de wereld om ons heen. Geportretteerd worden door Martin Parr is niet automatisch een compliment. Met zijn observaties confronteert Parr ons met de absurditeiten van onze samenleving. Mensen die samen fysiek aan een tafel aan het eten zijn maar die geen contact met elkaar (lijken) te hebben. Toerisme in al haar oppervlakkigheid. Engelse badgasten in  kleurrijke kitsch. Je wordt er niet vrolijk van als je de wereld bekijkt door de ogen van Martin Parr. Maar zoals hijzelf al een tegen Magnum oprichter Henri Cartier-Bresson zei: "Don't blaim the messenger". In de tentoonstelling zijn ook een aantal beelden opgenomen die Parr in Helmond heeft geschoten tijdens de afgelopen carnaval. Ik vind dit niet het sterkste onderdeel van de tentoonstelling maar aan de andere kant is het wel leuk om mensen die je kent te zien figureren op de foto's van een wereldberoemde fotograaf.
Tijdens de tentoonstelling raakte ik in gesprek met Andrea Holzherr (Exhibition Manager van Magnum). Ik vroeg haar of ze mijn idee deelde dat de fotografie het op dit moment moeilijk heeft. Dit is vooral interessant omdat Magnum in de jaren vijftig van de vorige eeuw juist is opgericht door een aantal vooraanstaande fotograferen die zich sterk maakten voor de emancipatie van de fotografie en daar ook een enorme bijdrage aan geleverd hebben. Andrea vertelde dat haar afdeling vroeger maar een kleine bijdrage leverde aan de omzet van Magnum. Verreweg het meeste geld werd verdiend met de verkoop van reportages aan kranten en magazines. Tegenwoordig komt er via dit laatste kanaal helemaal niets meer binnen en verdiend Magnum alleen nog geld met tentoonstellingen en de verkoop van foto's in het kunstcircuit. Als voorbeeld noemde ze het artikel in het Volkskrantmagazine van twee weken geleden. Daar zijn acht foto's geplaatst, de Volkskrant daar niets voor betaald. Als ze moesten betalen zouden ze niet plaatsen. Magnum heeft het belang van het gemeentemuseum laten prevaleren en is akkoord gegaan. Niet betaald worden voor het gebruik van fotografie van Magnumfotografen was een aantal jaren geleden ondenkbaar.
Andrea vertelde ook dat het vroeger heel gebruikelijk was dat serieuze magazines en kranten een aantal beeldredacteuren in dienst hadden. Deze deskundigheid is totaal verdwenen en hoewel beeld steeds belangrijker wordt in onze wereld, moet de conclusie zijn dat de deskundigheid over beeld steeds verder afneemt. Dus steeds meer ruimte voor de gratis flickr fotografie en steeds minder voor kwaliteitsfotografie.








vrijdag 20 april 2012

Soms zit het mee. Soms zit...


Ik ben op tijd in het Pieter van den Hoogenband zwemstadion. Ruim voor het inzwemmen begint. Om te beginnen loop ik het bad maar eens rond. Een rondje langs de tribunes. Kijken bij het wedstrijdbad en het bad bij de duiktoren. Zie ik haar? Mijn snode plan is het om naast een aantal "gestolen" foto's te kijken of ik haar kan verleiden om 5 minuutjes voor me te poseren.  Het barst van de zwemmers en zwemsters. Er wordt gestretcht en gemasseerd. Er worden baantjes gezwommen . Er wordt gepraat. Maar mijn potentiĆ«le model is nergens te bekennen. Ook de andere toppers zie ik nergens. Nu ben ik geen grote zwemexpert, en die badmutsen maken het er allemaal niet makkelijker op. Waar ik ook kijk hoe ik ook speur. Niets, Nada, Niks. De inzwemperiode verstrijkt en de wedstrijden beginnen. Dus op naar plan B. Ik heb gezien dat de zwemmers zich voor de wedstrijd opstellen en dan in een rij naar de startblokken lopen. Kijken of ik ze bij het opstellen kan fotograferen.  Een wedstrijdcommissaris tikt op mijn schouder. Wegwezen! Protesteren heeft geen effect. Wegwezen! Naar je toegewezen ruimte. Daarmee vervalt ook plan 2b ; Haar kan fotograferen als ze uit het bad klimt.
Bij het oplopen gaat het al helemaal mis. Voordat ik haar heb gesignaleerd is ze al voorbij. Een paar foto's bij het startblok. Eigenlijk is dat te ver weg voor mijn 200mm. De start, vijftig meter onderwater en finishen. Sportfotografie is een specialisme maar niet de mijne Dan maar eens kijken of er wat te maken is bij het interview voor de NOS (Daar heeft ze wel tijd voor). Als ze daarmee klaar is grijp ik mijn kans. Heb je tijd voor een paar portretjes?"Ja"; zegt ze. "Als het maar snel is". Voor ik mijn camera op haar heb gericht is ze al weer weg. Klaar. Drie uur in het zwembad. Geen foto's. Ik ben er klaar mee. Dit is echt niet mijn ding. Weg hier. #@^^$$##. Stoom uit de oren.

donderdag 22 maart 2012

Tell me lies, Tell me sweet little lies.

Het Nu is een woord dat we vaak gebruiken. De tegenwoordige tijd. Maar als je de tegenwoordige tijd probeert te grijpen dan is het alweer voorbij. Gelukkig hebben we de fotografie. Met een fototoestel kunnen we het nu grijpen. En voor mij is dat ook de grote aantrekkingskracht van dit medium. Vandaar waarschijnlijk ook mijn grote liefde voor de documentaire fotografie.
In de VPRO gids van deze week staan er twee artikelen over fotografie achter elkaar. Het eerste gaat over Bertien van Manen. Zij vertelt hierin dat voor haar de essentie van haar foto's ligt in het erbij zijn. Dit stelt haar in staat om authentieke beelden te maken. Daarbij/daarom werkt ze ook nog met film dit dwingt haar om selectief te zijn en laat ruimte voor het toeval. Van Manen heeft op dit moment een expositie in FOAM en haar fotoboek 'Let's sit down before we go" ligt in de boekwinkels. Prachtig. Daarna is er pagina besteed aan Hans Aarsman. Hans was/is fotograaf maar gebruikt tegenwoordig het woord in geschreven of gesproken vorm om zijn licht over foto's te laten schijnen. Hij geeft daarin geen oordeel over de foto maar laat ons delen in alles wat hij in de foto ziet. Dit "bespreken" kun je regelmatig lezen in de Volkskrant.  Voor hem is alle de inhoud belangrijk de esthetische aspecten beschouwd hij als overbodig. De zoektocht naar de puurheid van een foto. Zijn nieuwe boek heet "Ik zie, ik zie"

Helemaal opgetogen was ik begin dit jaar toen ik het nieuwe boek van Annie Leibovitz in de schappen van mijn boekhandel zag staan. "Pelgrimage". Leibovitz doet in dit boek fotografisch en met woord verslag van een aantal bezoeken aan plaatsen waar mensen die voor haar iconen zijn geleefd en gewerkt hebben. Natuurlijk gelijk gekocht. En als fotograaf eerst de plaatjes bekeken. Als je Leibovitz kent van haar foto's van artiesten en beroemdheden dan is dit heel wat anders. Het borduurt meer voort op haar "Photographers Live" boek en dan vooral het stuk waar ze ons laat delen in haar persoonlijk leven. Maar waar daar mensen nog in elke foto de hoofdrol spelen, is "pelgrimage" een boek waar geen mensen in staan afgebeeld. Alleen maar overblijfselen, relieken zo je wilt. Maar daardoor zo krachtig.
Annie verteld in dit boek onder andere over de slag om Gettysburg. En waarschuwt ons. Niets is wat het lijkt. De foto's die Alexander Gardner van deze slag maakte zijn geƫnsceneerd. De fotograaf arriveerde pas een paar dagen nadat de slag gestreden was. Er is gesleept met lijken en lijken zuidelijk soldaten zijn opgevoerd als lijken van noordelijke soldaten.

Ook toen er nog geen sprake was van digitaal werden misleid. Niet alles is wat het, lijkt dus hoed u voor de informatie die je denkt te halen uit een foto. Maar zoals Fleedwood Mac asl song; "Tell me lies. Tell me sweet little lies".